zaterdag 7 januari 2012

Recensie Juan Marsé - De laatste middagen met Teresa

De titel kondigt een naderend afscheid aan
In ‘de laatste middagen met Teresa’ wordt het Spanje van de jaren zestig geschetst. We ontmoeten het rijke bourgeoismeisje Teresa, een linkse studente die vol is van Marx en klassenbewustzijn en die probeert boven zichzelf uit te stijgen. Ook volgen we de relatie die de straatjongen Manolo opbouwt met haar dienstmeisje Maruja. Marsé schetst een mooi, kleurrijk beeld van Spanje en vooral Barcelona in een tijdperk vol verandering. Mensen worden zich bewust van klassenverschillen en sommigen willen daar ook wat aan doen door pamfletten te verspreiden en demonstraties te organiseren. Teresa probeert de ‘echte’ wereld te leren kennen door Maruja eindeloos uit te horen over Manolo en uiteindelijk met Manolo zelf op stap te gaan. Maar doordat zij zo sterk bezig is met het ontdekken van haar ‘echte’ wereld vol klassenongelijkheid stapt zij zelf uit de realiteit.
            Marsé is een meesterlijk verteller en past doordoor goed in de reeks met grote verhalen vertellers. Dat het boek al in 1966 in Spanje is verschenen is wel te merken, maar geen obstakel, soms is het taalgebruik wat ouderwets, maar dat past goed bij het verhaal. Marsé is sterk verhalend en heeft een groot oog voor detail, hierdoor krijg je mooie beelden van de wereld waarin de hoofdpersonen zich begeven, maar het vertraagt het boek ook een beetje. De details doen denken aan bijvoorbeeld Richard Russo, maar daar vertragen de details het verhaal minder. Al met al is het een goed boek dat een inkijkje geeft in het hoofd en het hart van een jonge studente en een straatjongen in het Barcelona van de jaren zestig waarbij het afscheid dat de titel aangeeft door het boek heen voelbaar is.