woensdag 1 februari 2012

Gestolen Leven – Adam Johnson


Een ongelofelijk verhaal over de democratische republiek Korea

Deel I: de biografie van Jun-Do
Het boek gestolen leven van Adam Johnson gaat over Pak Jun-Do. Pak Jun-Do is een jongen die is opgegroeid in een wezenhuis in Noord-Korea als zoon van de wezenmeester. Als zijn vader hem en het wezenhuis verlaat is hij op zichzelf aangewezen. Hij wordt, net als veel wezen, ingelijfd bij het leger en wordt een tunnelmilitair, een soldaat die kan vechten in het donker. Hij wordt ingezet voor missies om Zuid-Koreanen en Japanners te ontvoeren naar Noord-Korea, zodat de mensen op talenschool die taal kunnen leren. Als dank voor bewezen diensten mag hij een tijd zelf naar talenschool en omdat hij Engels leert krijgt hij een baan als informatieofficier op een vissersschip. Vissers hebben een foto van hun vrouw op hun borst getatoeëerd en om niet op te vallen als spion krijgt Pak Jun-Do een tatoeage van een bekende actrice, Sun-Moon op zijn borst. Met het argument, die herkennen de Amerikanen toch niet als ze ons enteren, valt niet te twisten. Tot zo ver het langzame deel van het boek.
De eerste honderd bladzijden waren voor mij een worsteling om door heen te komen. Ze zitten (veel te) lang op zee en het verhaal grijpt je nog niet zo zeer. Dat komt ook doordat de eerste honderd bladzijden in twee hoofdstukken worden gebracht, dit versterkt het gevoel dat er geen einde komt aan het begin van het verhaal. Wat ook ‘tegenvalt’ is dat de hoofdpersoon een man is. Op de kaft is een Noord-Koreaanse in een militaire kostuur te zien en daardoor werd bij mij de verwachting gewekt dat het vanuit een vrouwelijk perspectief was geschreven.
Gelukkig krijgt het boek daarna vaart. Pak Jun-Do wordt uitgeroepen tot held van de democratische republiek Korea, omdat hij heeft geprobeerd de lichtmatroos te redden, toen de Amerikanen hem letterlijk voor de haaien gooiden. Een held worden in Noord-Korea houdt in dat je een nieuwe, hogere, functie krijgt en Pak Jun-Do rolt ongewild en ongemerkt de politiek in. Hij mag mee op handelsmissie naar Texas, waar een ingewikkeld rollenspel wordt opgevoerd en waarbij de Koreanen en Texanen elk hun eigen toneelstuk spelen. Op de terugweg wordt een verhaal bedacht over hun bezoek aan Texas dat de grote leider zal moeten behagen, aangezien ze het ‘grote en belangrijke ding’ niet hebben teruggekregen van de Amerikanen voor de Grote Leider. Tijdens het verhoor over het bezoek aan de Verenigde Staten lijkt Pak Jun-Do zich er goed doorheen te slaan en toch wordt hij naar een strafkamp gestuurd, gevangenis 33. Hier verliezen we hem uit het oog.
Dit deel heeft veel meer verhaal en veel meer vaart, het mooiste is om te zien hoe de perceptie van dezelfde gebeurtenis om kan worden gegooid en anders is voor verschillende deelnemers. De versie die Dr. Song bedenkt om de Grote Leider te sussen heeft zo veel weg van de situatie zoals deze beschreven wordt in de ogen van Pak Jun-Do dat hij net zo goed waar gebeurd had kunnen zijn. Het is een mooie les dat de verhalen anders kunnen zijn dan ze worden gebracht en dat verhalen anders gebracht kunnen worden dan ze zijn.

Deel II: de bekentenissen van commandant Ga
In het tweede deel lijken we in een moderner Noord-Korea terug te komen. Er is een nieuwe verteller, een lid van de biografieëncommissie (de ondervragingsdienst 2.0). Een van de subjecten waarmee hij werkt is commandant Ga, de man van de actrice Sun-Moon. Sun-Moon is met haar kinderen verdwenen en commandant Ga wordt verdacht van de moord. Maar zijn Sun-Moon en haar kinderen echt dood en is dit commandant Ga wel? Dat zijn de vragen waarmee we bezig worden gehouden.
            Het tweede deel vertelt ook mooi over de worsteling waarmee een jonge, moderne, jongeman probeert om te gaan. Hij is duidelijk een kind van Noord-Korea, maar is het niet eens met de oude methoden, zoals het martelen om informatie los te krijgen. Hij vindt het ook moeilijk om los te raken van het wij-denken dat verplicht is in het land. We volgen zijn ontwikkeling en de ontwikkeling in het verhaal van commandant Ga en Sun-Moon en hun kinderen. Hier maakt Johnson gebruik van een mooie stijlfiguur. Door het boek heen wordt steeds gewag gemaakt van de luidsprekers die als minaretten/kerkklokken elke ochtend de dag laten beginnen voor de Noord-Koreanen met mededelingen en waarschuwingen. Het verhaal van Ga en Sun-Moon wordt door de luidsprekers voorgelezen, ter lering en vermaak voor het Noord-Koreaanse volk.

Conclusie
Wat begon als een erg langzaam verhaal ontwikkelt zich tot een mooi, vlot verhaal over Noord-Korea, liefde, verraad, afzondering en verandering. Zodra de hoofdstukken korter worden en er vaker van vertellersperspectief gewisseld wordt krijgt Johnson mij als lezer mee in het verhaal. In het begin vroeg ik mij nog regelmatig af, wat is echt en wat is verzonnen en ook, wat is de bedoeling van het verhaal. Dat verdwijnt (gelukkig) na de eerste 80 à 100 bladzijden, waarna ik het boek in enkele dagen uit las en je je op het verhaal kan concentreren. Het is leuk om te merken dat ik Korea (Noord en Zuid) opeens overal in het nieuws zag verschijnen tijdens het lezen van dit boek (schaatsters, opening Noord-Koreaans restaurant in Nederland), toeval of toch de grotere bewustwording van dit land, wat de auteur beoogt?  
Het verhaal kan een heel klein beetje vergeleken worden met het boek van Chan Koonchung, wat een veel grotere werkelijkheidswaarde heeft, omdat ook de verbazing gewekt wordt over het leven in een land waar wij weinig van kennen (Noord-Korea vs. China). Qua omvang heeft het meer weg van de boeken van Carlos Ruiz Zafón en een deel van het spanningselement uit die Spaanse boeken vind je ook terug bij Adams.