woensdag 27 november 2013

Nicole Krauss – Het Grote Huis


Het lijden van een groot bureau
Nicole Krauss’ haar derde boek Het Grote Huis is in 2010 al in Nederlandse vertaling uitgekomen. De bestseller auteur van Geschiedenis van de Liefde neemt deze keer als uitgangspunt een groot bureau met heel veel laden die het lijden en de liefde van de personages verbindt. Doordat het verhaal deze keer vanuit vier personen wordt verteld is het een ingewikkelder boek dan Geschiedenis van de Liefde of haar debuut Man Komt Kamer Binnen en dat is even wennen. In het eerste hoofdstuk legt de hoofdpersoon een bekentenis over haar leven af aan een denkbeeldige rechter en dit was niet als heel prettig Gelukkig vindt Krauss na het eerste hoofdstuk haar eigen prettige stijl weer terug en leest het verhaal verder als een rustig kabbelend beekje.

Het boek bestaat uit twee delen met ieder vier verhalen die ergens zijn verbonden. Het Grote Huis begint met een schrijfster in New York die het bureau van een terloopse geliefde heeft gekregen, Daniel Varsky, die teruggaat naar Chili, zijn vaderland. Daarna vertrekken we naar Israël waar de vader van Joeri en Dov terugkijkt op hun leven en zijn relatie met zijn zonen. Vanuit Israël komen we in Oxford terecht waar het bureau bij Lotte Berg staat tot ze het aan Daniel Varsky geeft. Uiteindelijk ontmoeten we Isabella, die door haar relatie met Joav en Lea in aanraking komt met het bureau dat voor de Tweede Wereldoorlog in de studeerkamer van de grootvader van Joav en Lea heeft gestaan.

Al deze verhalen gaan uiteindelijk over een gemis en hoe de relaties tussen mensen wordt beïnvloed door de relatie met hun ouders. In al deze relaties speelt de Tweede Wereldoorlog en de Joodse achtergrond van een aantal personages een grote rol. Door het lijden van hun ouders of het verlies van hun ouders sluiten mensen hun partner en kinderen buiten. Hoe goed deze partner ook probeert om contact te krijgen of probeert zijn kinderen te begrijpen, er blijft een muur bestaan waar ze niet doorheen komen.

Waar Krauss’ Joodse achtergrond in eerdere boeken een minder grote rol speelde, speelt deze nu een hoofdrol. Toch is het geen boek zoals veel anderen over afstammelingen van de slachtoffers van de Holocaust en heeft Krauss mooie details verwerkt in de verschillende verhalen. Een mooie overeenkomst tussen de verhalen is hoe juist de meest gekwelde personen schrijven en hoe het schrijven als remedie voor pijn wordt gebruikt en als een manier om mensen in te sluiten in plaats van buiten te sluiten.

Cijfer: 8,5

zondag 10 november 2013

Olaf Olafsson – De weg naar San Martino



 De weg naar San Martino
Liefde en kunst in San Martino
De weg naar San Martino vertelt het levensverhaal van twee bijzondere vrouwen, Alice en Kristín. Marchesa Alice Orsini is een Engelse expat die haar hele leven blijft twijfelen tussen het leven met haar Italiaanse echtgenoot op het Toscaanse platteland en het expatleven in Florence dat ze van haar ouders kent. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en het overlijden van hun zoontje stort Alice zich op de opvang van oorlogsvluchtelingen en weeskinderen. San Martino komt bekend te staan als een veilige haven en zo bewandeld ook Kristín de weg naar San Martino. Kristín is een IJslandse kunstenares die in Rome is opgeleid tot reparateur van schilderijen. De heimelijke liefde voor zowel haar leermeester als voor een schilderij van Carveggio leidt haar naar San Martino, waardoor de wegen van Alice en Kristín zich weer kruizen.
Olafsson heeft een fantastisch mooi boek geschreven, echt een aanwinst voor de Grote Verhalen Vertellers collectie van Signatuur. Eenmaal begonnen in het boek kon ik het niet meer wegleggen en ik heb er zelfs van gedroomd. Olafsson vertelt uiteraard een mooi verhaal, een verhaal waarin dé liefde en de liefde voor de Schone Kunsten een hoofdrol spelen, maar hij situeert dit in een allesbehalve schone situatie. De Duitse ‘bezetting’, maar ook de ‘bevrijding’ van Toscane door de geallieerden brengen gemengde emoties teweeg bij de personages, goed en fout zijn niet altijd makkelijk te onderscheiden. Deze tegenstelling maakt het boek nog mooier en interessanter om te lezen.

Daarnaast is het boek heel mooi vormgegeven. De cover is een tekening van een Toscaans landschap met een stad op de achtergrond en een landhuis op de voorgrond. Het boek bestaat uit korte hoofdstukken met een mooie bladspiegel en de dialogen worden op een duidelijke manier weergegeven. De auteur en de uitgever hebben er alles aan gedaan om je door te laten lezen en het verhaal neemt je mee naar de krochten van de Tweede Wereldoorlog op het Toscaanse platteland en het verdriet van een IJslands meisje.