zaterdag 19 december 2015

Fabio Genovesi – Wat de golven brengen



Een roman over groot worden als dat niet makkelijk is
‘Wat de golven brengen’ is de tweede roman van Fabio Genovesi, en na ‘Vissen Voeren’ en echt grote roman, die hij schrijft over opgroeien in Italië. Deze keer bezien vanuit de ogen van Luna, een albino-meisje, dat opgroeit met haar moeder en broer en haar weg zoekt in het leven. Maar naast het leven van Luna en haar vriend Zjot, een wees uit Tsjernobyl, leren we Luna’s moeder Serena en hun leraar Sandro kennen. 

Het leven is niet gemakkelijk, voor geen van hun, maar waar buitenbeentjes Luna en Zjot het beste proberen te maken van het leven door hun fantasie te gebruiken lijken Sandro en Serena het bijna te hebben opgegeven. Serena weet niet meer wat ze met het leven aan moet nadat haar zoon Luca is doodgegaan bij het surfen en Sandro is 40+, invalleraar, thuiswonend en smoorverliefd op Serena. Hij bedenkt een plan om via Luna de liefde van haar moeder te winnen en dat gaat natuurlijk niet zoals gepland.

Wat ik elke keer weer prachtig vind, in al zijn treurigheid, is de uitzichtloosheid van het bestaan voor veel jongeren, en ondertussen al bijna niet meer jongeren, in Italië. De werkloosheid is er hoog, de lonen laag en er zijn weinig huisvestingsmogelijkheden waardoor vooral mannen op het platteland bij hun ouders blijven wonen en geen leven op kunnen bouwen. Dit zie je ook terug in de vorige roman van Genovesi, maar ook bijvoorbeeld in ‘Staal’ van Silvia Avallone. En ondanks die uitzichtloosheid is er altijd wel een lichtpuntje en in dit boek is dat de liefde. 

Genovesi heeft een prachtige roman geschreven waarin hij de meest onwaarschijnlijke dingen waarschijnlijk laat lijken. Want waarom zou Sandro niet een mega-paddenstoel vinden en die verkopen aan twee bejaarden? Waarom zou Luca niet vanuit de hemel cadeautjes naar zijn zusje sturen? Je voelt mee met de personages en kan alleen maar hopen dat niet al het geluk hun in de steek heeft gelaten. Het boek leest ontzettend makkelijk en het is een echte aanrader voor bij de kerstboom.

vrijdag 4 december 2015

Hendrik Groen – Pogingen iets van het leven te maken



Hilariteit en treurnis in een Amsterdams verzorgingscomplex
Hendrik Groen is 83 en weet dat het einde nabij is. Niet dat hij nu zo nodig op stel en sprong dood hoeft te gaan, maar hij weet ook wel dat er al meer tijd achter hem ligt dan er voor hem ligt. Hij begint een dagboek om wat tegenwicht te bieden aan al het gezanik en gezeik dat hem normaal gesproken omringt in het bejaardentehuis (excuus: verzorgingscomplex).

Groen weet in een aantal rake woorden telkens het hart van een personage te beschrijven. De zeurende dames die eenzaam zijn en klagen over hun kwalen, de mannen die belaagd worden door het overschot aan vrouwen of kort gehouden door hun eigen vrouw, doodsbang om hun man kwijt te raken aan één van deze vrijgezelle oude besjes. Gelukkig is het niet enkel ellende in het huis. Met een aantal gelijkgezinden begint Hendrik de ‘OMANIDO’ club, wat staat voor oud-maar-niet-dood. En met dit clubje toen ze elke maand een leuk uitstapje van hun AOW.

Prachtig hoe de haat en nijd tussen de bewoners van het huis worden beschreven. Als ik iets heb geleerd van de jaren die ik bij mijn (ondertussen demente) oma heb doorgebracht is het dat er elkaar weinig gegund wordt. Waarom heeft die een lichtgewicht rollator en ik niet? En zo gaat het ook met de omanido-club, waarom maken zij uitstapjes en mogen wij niet meedoen? Zijn wij niet goed genoeg? Het verschilt niet veel van de middelbare school en de kliekjes die daar rondlopen. Alhoewel het boek om sommige punten wat langdradig is, is het toch erg leuk en niet erg om door te lezen.

De grote vraag blijft: wie heeft het geschreven, want het is een pseudoniem. Daar zullen we waarschijnlijk pas achter komen na één van de volgende delen, nog een maandje en dan is deel 2 te bewonderen in de boekhandel. Het geeft sowieso een inkijkje in hoe het leven van onze oudjes er voor staat.